woensdag 24 februari 2010

Joy Division

Als het wit is gaan we naar buiten om te zien hoe alles verzacht is door kleur en het is stil.Daarvan nemen wij dan een foto omdat foto’s de ongesproken woorden zijn van wat er achter schuilt: eerst angst, dan dood, tenslotte verdwijnen. Wij leggen vast en waar we grondeloos van doordrongen zijn.
Voetstappen brengen ons mee, tekenen scherp af waar we ons op verlaten. Afdrukken.
Het is de mooiste sneeuw van vandaag en een zondag om daar mee om te gaan.
De laag van wat schittert. Wij kiezen liever dat dan het echte leven.Iemand staat naar de einder te staren, maar begrijpt niet de reis die hij ooit moet maken. In heel het land ligt februari als dat bewijs, als de gedempte dingen die zich niet laten vatten.
Wie door de lens kijkt probeert verte op afstand te houden, want hij is verlegen en bang om naakt te zijn en markeert wat op datum en uur zal eindigen. Hij doet dat omdat hij weet dat het straks onverwacht zal komen. En dan?
Maar nog nu wil hij geen beperkingen kennen, geen liggen van overmacht, geen gekrompen oog voor zijn grens, geen lied dat stopt bij Joy Division. Hij wil vooral nog vrij zijn om te bezweren wat niet te bezweren valt, zeker nog niet de laatste foto maken die het einde van zijn dromen zou zijn. Omdat hij nooit zal weten wat aan de grond ligt van zijn stoppen, stapt hij verder om de wereld traag te maken.
Niet voortdoen aan wat ten einde loopt.
Als hij de afslag maakt blijft hij moeite doen om aan de hand van zijn eigen kant te blijven.Ontwijken, nog niet in de werkelijkheid vallen.
Het is dan dat hij gaat vergeten bij warm en haard. De winter op tafel, Irish Coffee. En later de luchtbel door zijn moedertaal.



GJB

zondag 7 februari 2010

Haiti

Als we aanschuiven aan de kassa nemen we het beurtbalkje omdat het straks aan ons zou zijn zonder verwarring. Ieder zijn pakje boterham. Een hele week eten en drinken op een band veroorzaakt een lange rij wachten. Wij staan daar als iedere zaterdag gehoorzaam aan het moeten van onze inkopen. Een uitstap voor sommigen en ook nog als schapen met een klaagzang dat het met de wereld niet goed gaat.
Hét adres van onze verminderde koopkracht vergezelt van gejammer: als we onze rekening zien kijkt iedereen naar de bodem van zijn geld en zegt dat het in Haiti ook erg is. Wij steken onze luxe weg en praten dat de wereld afrekent omdat het zo moet zijn. Want wij krijgen geen dak op ons hoofd en wonen niet in een land dat kan scheuren. Ook nog wegkijken als getalm, maar toch het dringen.
Denken we, zoals het heimelijk misschien zou kunnen, waarom steken wij niet iemand voorbij die te traag is naar onze winkeldag? Die arrogantie dus om ons gauw af te betalen.
Als die voor ons te weinig in beweging komt, zien we het uur sneller gaan en we moeten de wereld nog gaan redden op een middag. Wat we allemaal zouden kunnen doen:
een verwarmd terras gaan zitten, met de kinderen gaan ballen, met lekkere koek naar schoonmoeders gaan. Allemaal om het slecht te hebben natuurlijk en nu weinig op te schieten. Wat op de proef staat: het karakter van ons geduld.
Wij kijken toe met veel maar grijpen niet in, zijn traag van begrip als het over een ander gaat. Als nummers van het rijke westen handelen we in vlees, boter, een fles wijn. Welstand. Omdat niemand van ons honger heeft of een gebroken huis, is er andere ergenis. Met verwaande voeten aan maken wij een lelijk lawaai.
En is het dan nu eindelijk aan mij? Als van elkaar naar het betaalbakje. Ieder zijn code. Ieder met schuld aan het adres van iemand anders.



GJB

maandag 1 februari 2010

Lorca

Bart Vonck legt met de verzamelende gedichten van de Spaanse dichter Federico Garcia Lorca (1898-1936) getuigenis af van de volledige Lorca,van alle dimensies van zijn persoonlijkheid, de nadruk leggend op zijn complexiteit, om hem niet te vernauwen tot één dimensie.
Lorca, de grootste Spaanse dichter en toneelauteur van de twintigste eeuw, leidde een getormenteerd leven dat tragisch eindigde tijdens de Spaanse burgeroorlog toen hij door nationalisten vermoord werd wegens zijn progressieve pen en zijn homoseksuele aard. Dat zijn werk in het Spanje van Franco verboden was hoeft dan ook geen verwondering.
In het poëtische universum van Lorca wordt de link gelegd tussen de volkse cultuur en de vernieuwing van het modernisme en het surrealisme. Lorca was een veelzijdig talent die met liederen, sonnetten en andere versvormen aan de slag ging om een lofzang te zingen over het leven in zijn totaliteit.
Hij ging dan ook over het hele Spanje, het Joodse, het Arabische, het Christelijke. Al werd hij in zijn tijd niet altijd begrepen en hadden velen een eenzijdig beeld van zijn taal en zodoende een eenzijdige kijk op Spanje.
Zonde van zijn kunst dus, maar met deze uitgave is het aan ons om Lorca te lezen zoals je hem moet lezen, in als zijn complexiteit, in al zijn oden op leven, liefde en dood. Bart Vonck heeft met dit boek de vertaling gebracht die de Nederlandse lezer daartoe in staat stelt.
Dat de poëzie van Lorca vandaag nog relevant is, heeft te maken met het feit dat hij de dichter was van het eeuwige verlangen, het verlangen dat nooit wordt ingelost. Poëzie van een universeel gegeven kortom.


Federico Garcia Lorca
Verzamelde gedichten
Vertaald door Bart Vonck
Athenaeum-Polak & Van Gennep
874 blz, 39,95€