vrijdag 5 maart 2010

Fruit

Ik lees ze waren man en vrouw van elkaar, maar mochten dat niet echt zijn van hun tijd. Daarvoor lag tijdens een huwelijk hun naakte vel in de weg, een tijdperk, waarin bloot niet het fatsoen was van het leven. Zo was uitkleden in elkaar bijzijn uit den boze in eeuw dat ze moesten vergeten een lichaam te hebben. Deden ze dat niet, dan sloeg de onverbiddelijke censor toe van hun dagen.
Victoriaanse bladzijden. Van een witte huid nog een kloppende keel, tussen de benen nog een donker vermoeden. De schaamte die maar net de lust verdroeg. Je las enkel een tepel af in het museum.
Dus ging men in boeken om het geheim van zijn erectie te zien, of om haar open te halen tussen dij en spleet.
Nog zou het honderd jaar duren voor men het ongeconsumeerde bed ging proeven van vrijheid en blijheid. Wat gebeurde was donker, erotica als clandestiniteit. Men kwam wel klaar, maar nog niet die uitgestoken tong.
Boekjes om slechts met één hand te lezen als verborgen kamers. Zelfs Apollinaire moest ondergronds gaan als hij over kutten ging. Kutten die verborgen lagen als heiligdom tussen de heiligen. Binnensmonds.
Van lippen die slechts een gleuf lieten zien, van een glimp die ondoordringbaar leek. Je kon enkel aanraken op papier. Maar wat sloeg het om?
En al die lijven anoniem uitgegeven, dat sprak nog meer tot de verbeelding.
Ook nog met de illustratie dat een cover vol verfijning een verdorven binnenkant betrof. Die koorts dus, die bloedbaan door het lid, die winkeltjes dus van groezelige schrijvers.
Wat men nadien te weten kwam: het waren erudiete estheten die deze vunzigheid schreven, in handen van ernstige uitgevers die hun beste papier hadden voor het vurigste materiaal. Maar toch met het onderricht en de beleefdheid voor de vrouw. Ook nog met een knipoog.
‘Wanneer je je plezier hebt verschaft met het fruit van je geilheid, leg dat dan niet terug in de schaal zonder dat je zorgvuldig hebt afgespoeld.’


Vrijdag 5 maart 2010

GJB