dinsdag 11 mei 2010

EEN BLOEDGROEP VAN ZIJN

Overzichtstentoonstelling van Ed Templeton
The Cemetery of Reason
datum 25.04.2010
auteur Geert Jan Beeckman
rubriek Beeldende kunst

'The Cemetery of Reason' is een overzichtstentoonstelling van de Amerikaanse kunstenaar Ed Templeton (°1972). De kunstenaar brengt meer dan 1.200 foto's, schilderijen en sculpturen die hij de afgelopen vijftien jaar creëerde. De tentoonstelling focust op zijn eigen leven en dat van de mensen die hem omringen. Hij portretteert zichzelf en zijn vrouw Deanna, vrienden, familie, en de vele mensen die hij ontmoet tijdens zijn skateboard tournees. Ook willekeurige straatfoto's zijn zeer present aanwezig in zijn werken. Dikwijls beschrijft Templeton zijn werk met anekdotes, gevoelens en gedachten om de bezoeker een verdiepend beeld te geven. Een verhaal dat het autobiografische overstijgt en sociaal- maatschappelijke fenomenen zonder schroom noch vingerwijzing blootlegt.
Voor UrbanMag bracht ik een bezoek en kwam danig onder de indruk van ’s mans werk.
Het gaat om beelden, een lijn door de stad. Eenvoudig en daarom geniaal. Een fotoreeks die Templeton tijdens het onderweg zijn in de auto met een camera maakte. Als een passant die andere passanten vastlegt. The Second Pass. Je komt langs en je gaat mee in het verhaal tot je er niet meer uit weg kan, want het gaat ook over jezelf. Het wervelt en de kunstenaar is snel en spontaan, hij bezit het oog dat niet meer toe kan in de hypnose van het vluchtige. De passie van zijn afstand. Ook nog de onrust dat er te weinig uren zijn in een dag die clair-obscur begint. Foto’s lijken ouder dan het land, wie is meegegaan heeft de koers van zijn leven tot aan het einde bepaald. Ze praten je terug, vertellen dat Californië ver is als je niet in Californië woont. En wat daarbuiten ligt op een zondag: geschilderd verdragen mensen meer stilte van elkaar. En dat daar iemand zijn oor legde op de aarde om te raken aan het hart van het detail. Ed Templeton: een chroniqueur van wat mensen menselijk maakt, ook als ze eens niet in beeld zijn. Zo, dat hij voor hen een leven opeist in de tijd. Je zou er misschien aan voorbij willen gaan, maar niet dat dat lukt. Hij maakt in je hoofd een plaats vrij om te onthouden. Zijn spat: een bloedgroep van zijn.

Over een stad die weegt op de mensen, over wat deze poëzie vermag met het tijdloze. Zelfs in kamers heerst het rumoer van de voorbijganger die altijd komt en de kaars die blijft branden aan twee kanten. In kroegen zeven tv’s om Amerika weer te geven zoals het moet, maar buiten ligt de waarheid op de stoep. Wat rijmt smaakt naar verschraalde drank.
Hij die dronken is loopt het zwarte gat in van zijn bestaan, hoopt zijn geheugen niet te verliezen al is alles aan hem fataal en volgt na de klim het dal. Want de dagen vorderen alle andere dagen op, maar omdat hij het dagelijks ziet, weet hij dat niet. Hij zingt waar hij de verte uitstapt en nadien wordt, nog net te beschrijven van een verdwijnen tot niets van wie hij was. Dit is niet zomaar gaan slapen, dit is zijn val huiswaarts.
Wat ons verder leidt naar het contrast: op borden de slagzinnen van de maatschappij, hoog in de lucht om te voldoen aan de droom. Men leest af en God kijkt mee, een kruis om te dragen, want men gelooft dat het ooit beter wordt. Men gaat en komt, maar men wijkt nooit ver af van een verdroomd Amerika dat in werkelijkheid averij heeft opgelopen. Wat opraakt wordt door een oude winkelkar verder geduwd, raakt vast in de kloof tussen arm en rijk. De blessure daarvan, en het verleden dat zich ophoopt in de straten. De tijd Amerika. Van fictie dat zich bezeerde aan de feiten.

Teenage smokers en Homeless in één zin, maar waar men in volhardt, is het optimisme dat men prijst: for sale 39$ only. Je kan zien: de kunstenaar legt in mensen de veerkracht en het kwetsbare dat ze niet gelogen zijn, zo dat hij met de realiteit alleen uit de voeten kan als hij ze naakt mag maken. Zijn poëzie in dubbeltijd, ook letterlijk. Achter de hoek wordt de blik vlees en vlees is het mooiste. Allison, Mimi, Jamie, Deanna…er moeten ogen en handen zijn die weten dat zij zacht zijn als hun geslacht. Er moeten mensen zijn die hen graag zien in het gezicht van ons allen (ook het publiek weet dat) met daarachter de eeuwige wet van marmer. De sluitertijd tot wat hen vereeuwigt: blijven staan is de klik om aanwezig te blijven. En glimlachen en kussen want er is ook hoop, al is er geen jaar te verliezen. Wat hen dooradert eindigt ooit in vingertoppen.

Dan verder omdat het land groter is dan de engte van een steeg. Faith Fear/Fear Faith (God cares) in een witte zaal omdat voor de kunstenaar dit zijn kerk is om alles in stand te houden waar mensen nooit voorbij zullen zijn. Niet dat hij iets dichten moet met geluid, maar je blijft hen horen. Templeton weet goed dat hij hier met de draad verder moet waarmee hij begonnen is. Wat hij vastlegt: het universele in het particuliere. Spiegelt hij ons de wreedheid en het absurde van religie voor, dan heeft hij het ook over zichzelf als hij losbrandt. Vader is water in de vrees voor diepte, moeilijk is zijn jeugd in de afrekening met vroeger. De opvoeding een hand dat wil verdrinken, onder een mozaïek van fundamentalisme heerst het drama. Maar alles in geel, blauw, groen of rood. Alsof hij er nooit nog onkleur wil aan toevoegen. Je voelt het zo: confrontatie is een woord dat je midscheeps raakt. De sculptuur is scherp, Map of the inner war, van graffiti op je ziel. De opzet, dat de kunstenaar maar één iemand voor ogen heeft: ons.

Dit met de soundtrack van Sonic Youth, de ravage van Bush, de Beautiful Losers van een generatie. A Clusterwork van wat de wereld met je doet. Hoe hij de nacht zet op doek: de essentie van bestaan is de suggestie dat de dingen je kunnen overkomen. Ook nog met de vaststelling dat iedereen, iedereen kan zijn en wat hij daarmee doet. Verbondenheid. De knipoog naar Egon Schiele, de acid van L.A. De porno van Bukowski, de maagd in een zee van groen. Het loopt uiteen maar het hoort bij elkaar als een spot op onze natuur. Geen reflectie is Templeton vreemd. En wat deze duizendpoot misschien nog het meest heeft bedoeld: een tentoonstelling als levend wezen. Organisch dat je ziet, hij laat toe, hij overstijgt de wereld van het individu. De conclusie: je hoopt dat Templeton doorgaat met zijn kunst. Een laatste foto sluit dan ook niets af. Geen ogen, geen adem, geen hartslag en al zeker geen tijd. Hij doet je meenemen wat je niet kan achterlaten: het leven zelf.


ED TEMPLETON - The Cemetery of Reason
nog tot 13/06/2010 in het S.M.AK.
open di-zo van 10-18 u.