vrijdag 6 november 2009

Chemie

Ze zitten op een bankje dicht bij hun hart. Ik denk zij is er zestien en hij, nog maar een jaar in zijn stem gedaald. Alsof ze gek zijn, zijn ze zot van prille liefde. Honderd kussen om van die leeftijd te zijn. Ze zijn nog van mei en het kriebelt in hun lente om elkaar aan te raken. Hun waarneming versmalt tot de eigen ogen, is het weer buiten even mooi, maar dat is voor hen van ondergeschikt belang. Verliefdheid daar draaien zij om in een tijd dat hun kijken door een nauwte gaat.Alsof ze niet onder de mensen zitten, zouden ze elkaar helemaal aan het lijf willen zitten. Ze zijn zo voor elkaar, onvervangbare lijven en armen, en wat zij nog het meest willen geloven van dat, het blijft minstens een leven duren. Als hij eens niet spreekt, wil zij direct horen waarom. Op die leeftijd kan je elkaar geen woord missen denk ik dan, omdat je mooi bent en vooral voor altijd. Wie de idylle komt verstoren wordt nauwelijks geduld, mag vooral verder gaan met zijn dag en zeker niet terugkomen op zijn stap. Wanneer zij ruikt aan hem ziet ze het helemaal zitten: verliefd, verloofd, getrouwd. In het geurende lokmiddel van hun jeugd ligt het leven al vast. Zij beloven elkaar de liefste nachten in de wervelende storm van hun chemie. Je kunt bijna horen hoe ze ruisen in hun bloed, hoe ze willen opblijven in elkaar tot de avond hen toedekt met een vingertop over een ruggengraat.Als de tijd voor hen tijd genoeg heeft, maken ze het misschien mee, de omslag van verliefdheid naar liefde. Het scharnierpunt of het wel echt is wat zij samen. Als het leven zelf gun ik hen voor altijd het geluk waarin zij nu zitten, ga ik met hen verder, de rest van mijn wandeldag.



GJB

Geen opmerkingen:

Een reactie posten