vrijdag 6 november 2009

Terrassen

‘Dat het toch allemaal maar tijdverlies is, terwijl wij geen tijd te verliezen hebben. Want iets aan doen kunnen we niet, alle dagen om dat onder ogen te zien.’ Wij zitten op het terras van onze wijn en lullen over onze leeftijd. Wij zijn nu ouder en hoe ouder, hoe meer dat wij daar over praten, maar hoe minder het zin heeft. Want er is geweest, er is voorbij, er is onomkeerbaarheid en het geeft geen nut te denken ik kan daar iets aan doen. En hoe daar het licht op zit en verjaardagen en foto’s en spiegels worden een klap in het gezicht. Zo zitten wij hier allemaal en in hetzelfde schuitje. Eerst rimpeltje dertig, dan veertig, dan wie het gehaald heeft de dagen waar je het verder mee moet doen. De troost van wijn. Zegt zij weer: ‘zijn we niet beter dat wij het loslaten, onszelf en al die jaren, zijn wij niet beter dat wij zeggen, we worden te oud om ons met ouderdom nog bezig te houden.’ Even simpel wimpelt zij een lastige vlieg af. Met dat gebaar, met dat voornemen dus. Maar weer wat later doen we het zoals altijd wat onbewust: de ene dag valt ons zwaarder dan de andere, dit jaar is ons minder lief dan het voorgaande. En al verbloemt deze tijd van het jaar veel, wij blijven vrezen. Zie ons op terrassen zoeken naar andere, liefs gezichten ouder dan wijzelf en waarom dat dan is. Minstens voor de kleur van onze wijn waarin wij geloven, zij die daar zitten moeten straks aan de dood maar wij? Wij kunnen nog een fles en nog een andere en dan zeker nog een. Tot de zomer lijkt op oneindigheid.



GJB

Geen opmerkingen:

Een reactie posten